- aansluiten
- {{aansluiten}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [verbinden] relier (à)♦voorbeelden:1 een nieuwe abonnee aansluiten • raccorder un nouvel abonnéverkeerd aangesloten zijn • ne pas avoir obtenu le bon numérou bent verkeerd aangesloten • vous vous trompez de numéroII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [passen] correspondre♦voorbeelden:1 deze route sluit aan op de snelweg • cette route rejoint l'autoroutedeze treinen sluiten op elkaar aan • il y a une correspondance entre ces trains¶ wilt u daar aansluiten? • voulez-vous prendre votre place dans la queue?aansluiten! • 〈in tram enz.〉 avancez!; 〈leger〉 serrez (les rangs)!III 〈wederkerend werkwoord; zich aansluiten〉1 [zich voegen in, bij] se joindre (à)2 [partij, standpunt kiezen] adhérer (à)♦voorbeelden:2 zich bij de vorige spreker aansluiten • s'associer aux paroles de son prédécesseur
Deens-Russisch woordenboek. 2015.